Diploma-eisen Zeilboot-diploma

1. Van zwemmen naar voortbewegende technieken
a. 25 m rugcrawl, de hele baan zonder onderbreking uitzwemmen.
b. 25 m borstcrawl, de hele baan zonder onderbreking uitzwemmen.

2. Stuwen
a. Stuwen op de borst met de handen bij de heupen en het hoofd in het water richting hoofd over circa 10 meter, met aansluitend:
b. Stuwen op de rug met de handen boven het hoofd richting voeten over circa 10 meter (zgn. torpedo), lichaam moet horizontaal blijven.

3. Van houding naar beweging
a. Basishouding 2: Basishouding gestrekte ligging op de borst met de handen tussen heup en schouder, 15 sec. vasthouden
b. Basishouding 1: Basishouding gestrekte ligging op de rug met de armen gestrekt boven het hoofd, 15 sec. vasthouden

4. Van beweging naar figuur
a. Fig. 454: Oester
b. Basisbeweging 1.1: Zeilboot beurtelings (elke beweging in 2 sec.)

5. Lenigheid
a. Spagaat op de kant rechts met de romp verticaal en knieën gestrekt max. 10 cm tussen kruis en grond, 5 sec. aanhouden
b. Spagaat op de kant links met de romp verticaal en knieën gestrekt max. 10 cm tussen kruis en grond, 5 sec. aanhouden
(< 10 cm: 3 punten; 11 - 20 cm: 2 punten; > 20 cm: 1 punt.)

6. Eggbeaten
a. Eggbeaten rechtop met de armen/handen vrij, 30 sec. aanhouden.

7. Maatzwemmen / Uitvoering
a. 25 meter rugcrawl benen, ellebogen in de zij, armen op tel 1, tel 3, tel 5 en tel 7 wisselen boven water, van heup naar schouder.
b. 10 meter eggbeaten met 4 x omhoog komen op tel 5.
c. 25 meter rugcrawl benen, in een rij met minimaal 2 personen synchroon, met een schopaccent op tel 1 en tel 5.

Terug naar 'diploma-eisen synchroonzwemmen'